OPERATION ‘MARKET GARDEN’ , SEPTEMBER 1944
Soldaat John Roderick Towle kreeg postuum de hoogste
Amerikaanse onderscheiding voor gevechtsactie op 21
september 1944 bij Oosterhout.

Donderdag 21 september 1944, de laatste zomerdag van dat
oorlogsjaar en de 5e dag van operatie Market-Garden. Een
gedeelte van de een dag tevoren over de Waal geroeide
Amerikaanse parachutisten van het 504 de Regiment van de 82e
Airborne-divisie had in de direkte omgeving van de Groenestraat
en Oosterhoutse dijk posities ingenomen. Zij waren in afwachting
van de komst van de 43e Wessex Divisie die vanuit België
onderweg was naar Nijmegen in de hoop door te kunnen stoten
door de drassige polder om hun Engelse collega’s van de 1st
Airborne bij de Arnhemse Rijnbrug te ontzetten.
Onder hen bevond zich John. R. Towle, geboren in Ohio op
19/10/1924, zoon van William J.Towle en Mary Simpkins Towle. Hij was ingedeeld bij de Charley-
compagnie waar hij een gedegen parainfanterie opleiding had ondergaan en verder gespecialiseerd
als bazooka schutter.
Op deze donderdag versterkten de Duitsers het defensiescherm dat zij in de nacht na de
Amerikaanse oversteek over de Waal hadden aangebracht. Het grootste deel van Oosterhout was
door hen bezet. Op deze dag voerden de Duitsers een tiental tanks aan die via Stationsstraat,
Peperstraat en Dorpsstraat oprukten naar de Waal. Voordat zij deze bereikten kwam het tot een
treffen met de Welsh tanks van de Britten, waarna beide partijen zich terugtrokken.
In de late namiddag echter zonden de Duitsers wederom vijf tanks naar voren om hun eerder
vastgelopen poging de geallieerden de pas af te snijden, kracht bij te zetten.
Op en achter de dijk had het geluid van de naderende rammelende tanks de Amerikaanse
parachutisten niet onberoerd gelaten. Als dit Duitse tanks waren zou het er zeer bedenkelijk uitzien
voor de ingegraven Charley-compagnie, die niet eens over anti-tankgeschut van het lichtste kaliber
beschikte. Het brullende geluid van motoren en rupsvoertuigen zwol aan tot plotseling de vrees
waarheid werd: Twee Duitse Mark IV tanks en een halfrupsvoertuig rezen achter de dijk omhoog en
maakten aanstalten om onder begeleiding van een honderdtal infanteristen de strijd met de
Amerikanen aan te binden.
Op het moment dat de zware monsters de dijk opdraaiden kwam John Towle als tengere,
donkerharige para in actie. Met zijn lanceerpijp verliet hij moedig op eigen initiatief de dekking van
zijn schuttersput en sloop de zware monsters tegemoet. Een eveneens negentienjarige James volgde
hem met een kleine voorraad raketten.
Ofschoon John hevig beschoten werd, telkens wanneer hij boven op de dijk de tanks onder vuur
nam, slaagde hij erin een aantal treffers te plaatsen. En wat niemand voor mogelijk had gehouden
deed John Towle: hij joeg de tanks naar het dorp terug!
Na dit succes vuurde John nog een raket af op een huis vanwaar veel tegenvuur kwam. Hij trof doel,
want later stelde men vast dat er zich negen gesneuvelden in dat huis bevonden. Vervolgens zocht
hij het halfrupsvoertuig op om dat buiten gevecht te stellen. Zover kwam het niet, in knielende
houding terwijl hij zijn lanceerbuis richtte, explodeerde een mortiergranaat pal naast hem. Hij stierf
op de Waaldijk aan de opgelopen verwondingen met zijn verwrongen bazooka in de hand.
Met deze daad had John de levens van velen en bovendien de positie van de hele compagnie bij
Oosterhout gered. Voor deze heldhaftige en onzelfzuchtige daad is hem postuum de Congressional
Medal of Honor, de hoogste Amerikaanse onderscheiding verleend. In mei 1945 ontvingen zijn
ouders in Fort Knox deze onderscheiding. John liet een broer (Thomas) en twee zussen (Edith en
Joanne) achter. Towle was 19 jaar toen hij op de Waaldijk bij Oosterhout sneuvelde. Hij ligt
begraven op Calvary Cemetery in zijn woonplaats Cleveland.
Zijn naam staat ook vermeld op de gedenksteen bij de brug Oversteek te Lent.
——————————————————————————————————————
