Genealogie

Aanvankelijk zochten de katholieken van de Over-Betuwe hun heil in het Huis te Oosterhout waar een schuilkerkje was ingericht. Later moesten zij of naar Huissen lopen om ter kerke te gaan of naar schuilkerkjes zoals de Bremerton bij Elst, op de grens van Driel (van 1672–1694), het gedoogde schuilkerkje bij Eimeren (van 1694–1802; pastoor Neeleman met een ‘kerckenhuijs’) of de schuilkerkjes in de stad Nijmegen. Katholieken werden zonder een uitvaartdienst en zonder absoute begraven.

In deze twee eeuwen van verdrukking moesten de katholieken eerst hun ondertrouw sluiten in de Nederduits Gereformeerde Gemeente bij de predikant en mochten daarna pas trouwen in hun eigen kerk. De katholieke kerk was in Eymeren en niet in Elst, omdat Elst een grotere plaats was en het aan katholieken verboden werd daar een kerk te hebben. Zij moesten kerken in een verder gelegen, klein dorp, zoals Eymeren. Daarom staan huwelijken zowel in de protestantse registers (ondertrouw) als in de katholieke (kerkelijk huwelijk).

H.A.J.M. Lamers